Heel
af en toe verbaas ik me om mijn medemens. Als die situatie zich voordoet, dan
moet ik er niet al te lang stil bij staan. Dan neig ik om erover na te denken.
Heb ik een slechte dag, dan wordt het zelfs twijfel. Zo ook, een dezer dagen.
Koning
Winter regeert al decennia niet meer over dit land. De mensheid is druk doende
dit interglaciaal te extremen. Maar sporadisch drukt de vorst zijn neus tegen
ons kikkerland. Het kwik komt in de buurt van het vriespunt en een landelijke
waanzin breekt uit. Schaatsen. Rayonhoofden, gejatte boormachines, kwakende
eenden. Sta je zelf niet op de ijzers, dan wordt je wel geacht om met je
namaak-worst muts ‘de jongens’ te supporteren. En ik denk dat daar mijn
probleem ligt. Ik ben een actieve sporter. Ergens in de krochten van mijn
gevoelensreservoir vind ik wat empathie voor de schaatsers zelf. Het zal nooit
mijn sport worden, maar swâh. Maar dat passief sport beleven, zoals ze dat
noemen, heb ik nooit begrepen. Natuurlijk, gezellig een evenement meemaken met
vrienden, bekenden is leuk, is anders. Maar 4 à 5 keer per jaar met je oranje
konijnenpak naar Thialf. Elk jaar weer!?
Voetbalsupporters
zijn wellicht nog erger. Nee, ‘erger’ is niet het goede woord. Ik heb er
eigenlijk wel veel waardering voor. Ergens is het ook wel weer te verklaren
(zie mijn groeps-gevoel column). MAAR IK SNAP HET NIET! Vooral, ik kan het zelf
niet. Als ik in dergelijke sleuren terecht komt, ben ik niet meer te genieten.
Ben ik dan zo anders? Het geldt ook voor allerlei massale bijeenkomsten. Eén-
of tweemalig de 4 mijl
lopen, prachtig. Nog een keer als publiek-zijnde. Maar daarna is het nieuwtje
ervan af. Een concert hier en daar is voldoende. Een symposium bezoeken, een
verre reis, sterfgeval in de familie. Niet te vaak a.u.b.! Zal ik even
doorgaan? Mijn punt is wel duidelijk: ik ben geen held in massa’s. En dan gaat
niet om de massa, het gaat om het kuddegedrag. Vooral als het kwakkeloos naar
doelloos consumeren buigt. Als ik Rob de tuinman zo opzichtig een Pokonflesje
zie aaien, dan gaan bij mij de haren overeind staan. Massamedia, ook een
fijne…..STOP.
Het
fijne van het opkomen van de overtreffende trap: cynisme, is dat deze vrij
gemakkelijk te herkennen is. Als ik merk dat ik daarin schiet, dan ga ik te
ver. Dan draaf ik door, stoppen maar! Ik ben blij dat ik dat kan. Of ben ik
daarin de enige?